Lieve papa,
We hebben pas je 84e verjaardag gevierd. Het feest was bij Wilma thuis. Je broer, zus, schoonzus, kinderen, kleinkinderen, iedereen die jou liefheeft was daar samengekomen. Er hingen vlaggetjes in de kamer. Je genoot met volle teugen, dat zagen we wel aan je gezicht. Je glunderde helemaal. Mooi om te zien. Je bent een man van weinig woorden. Stille Willie, zo noemen we jou weleens. Maar je kijkt ons vaak aan met een doordringende blik in je ogen. Dan vragen we ons af wat je denkt. Wat je ons wilt vertellen. Mis je mama nog erg?
Mama was jouw grote liefde. Jullie waren zó gek op elkaar. Altijd liepen jullie hand in hand. Voor jou bestond er geen ander. Jij en mama hebben samen keihard gewerkt om voor het gezin met negen kinderen brood op de plank te krijgen. Jullie werkten allebei in ploegendiensten in de textiel. Als de een thuiskwam, moest de ander weer weg. Maar zo was er wél altijd iemand thuis voor ons.
Thuis was het heel gezellig. Daar zorgden jullie wel voor. We herinneren ons tafels met eten, veel eten. Ook al was er weinig geld. Dat je daarvoor dingen moest doen die eigenlijk niet mochten, daar had jij geen boodschap aan. We zien je als een ondeugende man. Samen met je broer Alex ging je regelmatig op strooptocht. Dan kwam je thuis met een konijn. Of je zette een fuik in de Dinkel om palingen te vangen. Als kinderen moesten we dan op de uitkijk staan, kijken of de kust veilig was. Spannend vonden we dat! Maar daarna was het feest. Dan rookten we achter het huis de palingen in een ton en kwam de hele familie én de buurt langs.
Papa, je bent een echt natuurmens. Je kende alle vogels bij naam. Die liefde voor de natuur heb je aan al je kinderen overgebracht. Jij ging vaak met ons de natuur in, bramen plukken. Of hazelnoten verzamelen, waar jij dan samen met ons poppetjes van maakte. Weet je nog dat we een witte volkswagenbus hadden? We mochten van jou bovenop het dak van de bus staan als we niet bij de hazelnoten konden komen.
Toen het financieel wat beter ging met ons gezin zijn we met z’n allen in die volkswagenbus op vakantie naar Italië geweest. Het is 45 jaar geleden, maar we weten de naam van de camping nog: Marina de Venetia. Wat hebben we daar een plezier gehad. Gitaar spelen bij het kampvuur en mooie liedjes zingen. Thuis zongen we ook altijd canons. Jij zong nooit mee, maar je vond het gezang van je kinderen wel prachtig.
Je leven was zo mooi toen je nog samen met mama was. Jij en mama maakten samen nog die prachtige reis naar Soerabaya, naar mama’s roots. Op het ereveld Kembang Kuning hebben jullie het graf van opa bezocht. Onvergetelijk.
Toen mama in het jaar 2000 aan borstkanker overleed, miste je haar enorm. Niks voor jou om alleen te zijn. Je was altijd ‘kabaal aan de kop’ gewend. En nu was er die stilte. ‘Als ik m’n teen stoot, kan ik dat tegen niemand meer zeggen’, zei je en die opmerking raakte ons erg. We voelden je eenzaamheid en hadden het daar moeilijk mee. Ieder van ons was in die tijd ook heel druk met werk en het eigen gezin. Hebben we destijds genoeg voor je gedaan?
Je gezondheid ging steeds verder achteruit. Eerst kreeg je een auto-ongeluk in Oldenzaal. Toen een TIA. Je was al zo stil, maar nu kon je bijna niks meer zeggen. Het leven thuis werd steeds moeilijker voor je. Wat wáren we blij dat je bij zorgboerderij Sleiderink terecht kon! Je ging er zó graag naartoe en er kwam weer regelmaat in je leven.
We zien dat je het in het Gerardus Majella ook heel goed hebt. Elke dag komen we op bezoek. Je geniet als we samen op de duofiets naar de watermolen Singraven gaan. Toch merken we ook dat je steeds meer achteruit gaat. Dat is moeilijk voor ons. Laatst werd je op een zondag niet lekker en moesten we de dokter bellen. Je zei tegen ons: ‘Ik ga naar boven, naar ma.’ Dat gebeurde niet. Je krabbelde weer op. Maar papa, als het straks wel zover is, dan hebben we daar vrede mee. We willen tegen je zeggen:
We zien je stralende ogen, maar ook je stil verdriet
Misschien dat je straks daarboven, opnieuw met Ma geniet