“Lieve mama,
Ik kan me eigenlijk niet herinneren dat ik je ooit boos heb gezien. Verdrietig wel, vooral toen papa overleed. Jij was toen pas 45, wij waren pubers. Vanaf dat moment probeerden we wel om geen rare dingen uit te halen, want jij had het al moeilijk genoeg. Oma, de moeder van papa, woonde ook bij ons en kon zich nog wel eens ergens mee bemoeien. En je had drie werkhuizen omdat je graag wilde dat wij toch gewoon op vakantie konden, meestal naar Duitsland. Ik realiseer me nu pas dat dat heel zwaar moet zijn geweest, een gezin met drie opgroeiende kinderen, oma erbij, en dat in je eentje.
Toch hield jij je altijd sterk. Over gevoel werd niet vaak gepraat, maar als het nodig was hadden we toch wel eens een diep gesprek. Daarna gingen we weer over tot de orde van de dag. Je wilde je verdriet niet bij ons neerleggen.
Toen je ruim een jaar geleden door de ziekte van Parkinson niet langer thuis kon wonen, heb je daar ook geen probleem van gemaakt. Ik geloof dat wij het als kinderen en kleinkinderen nog moeilijker vonden dan jij. Eerst bleef je in Gereia om te kijken of je nog weer naar huis kon na het ziekenhuis, maar toen dat niet kon, heb je nooit geklaagd. Dat is typerend voor jou: je neemt het leven zoals het komt en je kijkt nooit iemand ergens kwaad om aan. Daarom zijn er ook zoveel mensen gek met je, dat weet ik zeker. Ook hier heb je al weer veel contacten, je hebt de gave om iedereen te vriend te houden. Dat heb ik van jou, en daar ben ik blij mee. Altijd voor jezelf opkomen en een grote mond hebben, dat past gewoon niet bij ons.
Papa had een hartkwaal en die bleek erfelijk te zijn. Mijn broer Frank heeft er ook klachten door gekregen, maar ik had de laatste 15 jaar hartfalen. Ik kon bijna niks meer en ik zag dat jij dat ook heel moeilijk vond. In december heb ik in Utrecht een nieuw hart gekregen. Dat moeten voor jou ook vreselijke dagen geweest zijn, na alles wat je met papa had meegemaakt. Na twee weken kwam het bezoek met jou binnen, je zat in een rolstoel. Dat moment vergeet ik mijn hele leven niet meer, zo ontroerd waren we allemaal.
Op Moederdag komen we meestal wel, maar als het niet zo is zal je ook niet klagen. Je hebt altijd begrip voor ons. Zo probeer ik ook mijn eigen kinderen op te voeden. Met veel vrijheid, en vertrouwen. Ik kan rustig zeggen dat ik me geen betere moeder had kunnen wensen.”