Noem je Gerard Hofsté, dan noem je in één adem de midwinterhoorn. In Ootmarsum en omstreken is deze kwieke en sympathieke 86-jarige bewoner van woonzorgcentrum Franciscus een bekende persoonlijkheid. Vanaf zijn eigen balkon blaast hij iedere zaterdag in de adventsperiode tot Driekoningen – de enige periode waarbinnen je volgens de Twentse traditie mag spelen – tussen 19.00 en 20.00 uur op dit traditioneel houten muziekinstrument.
“Met de paplepel ingegoten”
De voorliefde voor het onmiskenbare geluid van de midwinterhoorn – de oale roop (de oude roep) – is al vroeg ontstaan. “Het werd ons met de paplepel ingegoten”, vertelt Gerard Hofsté die samen met zijn 3 broers en 5 zussen de fijne kneepjes kreeg aangeleerd van zijn vader. “Iedereen bij ons kon spelen. Mijn broer kon eigenlijk beter spelen dan ik”, zo vertrouwt hij toe. Helaas is zijn broer inmiddels overleden.
“Machtig mooi”
“Van oorsprong kom ik uit Lattrop, van de boer”, zo vertelt hij. “Mijn oudste broer is op de boerderij gebleven, zo ging dat vroeger. Ik ben toen in Ootmarsum gaan wonen met mijn vrouw die ook uit Ootmarsum kwam.” Met veel plezier kijkt hij terug op zijn carrière bij Holland Signaal, de elektronicagigant die inmiddels door het leven gaat als Thales. “Een machtig mooi bedrijf”, aldus Gerard.
De traditie leeft voort
Inmiddels woont hij alweer ruim zes jaar in Franciscus in Ootmarsum. ‘Ik heb het hier prima naar de zin. Er hadden hier alleen wel wat meer mannen mogen wonen’ vertelt hij met een glimlach. Iedere woensdag en vrijdag is hij een vaste klant van het ‘herenuurtje’ bij Franciscus. “Daar moeten ze me niet aankomen”, zegt hij vastberaden. En als het weer een beetje meezit – maakt hij iedereen woensdag steevast een mooie fietstocht.
Maar de echte passie is en blijft toch de midwinterhoorn. Hij is dan ook nog steeds lid van de midwinterhoornvereniging in Ootmarsum, waar zo’n 20 blazers bij zijn aangesloten. “Daar blijf ik bij tot aan mijn dood!”’, zo verzekert hij lachend.
En over het voortleven van de traditie binnen zijn eigen familie hoeft Gerard zich geen zorgen te maken. Hij heeft eigenhandig de passie voor het blazen overgebracht op zijn twee dochters en twee zonen. Allen spelen, in het bijzonder bij speciale gebeurtenissen. “Uiteraard ben ik daar ontzettend trots op!”