Het fotoboek van hun reis naar Indonesië ligt al klaar in hun ruime appartement. Ze delen met zichtbaar plezier hun foto’s van die bijzondere, onvergetelijke reis die ze in 1993 maakten. Iet vertelt erover. ,,Jan is vroeger militair geweest in Indonesië. Hij wilde zó graag een keertje terug, dat kon ik aan alles merken. Maar hij wist ook dat ik niet in een vliegtuig durfde. We gingen altijd naar andere landen op vakantie. Spanje, Hongarije, Italië, Frankrijk, Zwitserland. Jan kon heel erg goed autorijden, ook op smalle paadjes in bergpassen.”
Toen Jan en Iet al ruim 30 jaar getrouwd waren, vond Iet dat het er toch maar van moest komen: een reis naar Indonesië. Ze gunde het Jan zó, dat ze bereid was haar eigen vliegangst te overwinnen. ,,Ik heb voorgesteld om op proef eerst een vliegreisje naar Portugal te maken. Toen dat goed ging hebben we de reis naar Indonesië voorbereid.”
Ze boekten een reis van 24 dagen, 19 dagen op Java en 5 op Bali. ,,Met een reisgezelschap, want anders zie je niks.” De vliegreis duurde 24 uur. ,,Maar het was het absoluut waard”, zegt Iet. ,,Ik stapte een heel andere wereld binnen.” Voor Jan was het juist een bekende wereld. Hij had eind jaren ’40 van de vorige eeuw jaren in Indonesië doorgebracht. Toen hij het vliegtuig uitstapte had het geregend. In zijn vakantiedagboek schreef Jan destijds: ,,De regen komt met bakken uit de lucht en ik proef de tropen. Jakarta is na een halve eeuw totaal veranderd.”
Jan en Iet hadden de vakantie van hun leven. Ze dreven op een boomstam over het water, ze bezochten een dierentuin waar Iet werd aangevallen door een orang oetan, die de bananen in haar jaszak rook. Ze bezochten theeplantages en bekeken de krater Gunung Tangkuban Perahu, die zó diep was dat er hele huizen in konden verdwijnen. ,,Je rook de zwaveldamp en hoorde het water borrelen. Heel indrukwekkend. Ach, we hebben er zóveel gezien”, mijmert Iet.
Jan herinnert zich vooral het bezoek aan het ereveld Menteng Pulo in Jakarta. ,,Ik behoorde tot de eerste lichting militairen die naar Indonesië ging; de zogenoemde 7 december divisie. Ik heb zelf niet gevochten, omdat ik de radioverbindingen verzorgde. Maar ik heb destijds wel veel collega’s zien sneuvelen.” Hij bladert door het fotoboek en wijst op foto’s met witte kruizen op de erebegraafplaats voor Nederlandse militairen in Jakarta. ,,Kijk….hier is het graf van generaal Spoor. Zijn dood hakte er destijds flink in bij ons. Het kerkhof in Jakarta zag er prachtig uit. Eén grote bloemenzee. Ik heb daar echt staan huilen.”
Toen Jan 80 was maakten hij en Iet hun laatste buitenlandse reis, naar Zwitserland. Daarna trokken ze er vaak op uit in de omgeving. ,,Jan wist altijd de mooiste plekjes hier in de buurt”, vertelt Iet. ,,We gingen heel vaak naar het Lutterzand. En naar De Huneborg, vlakbij Tilligte. Daar staan prachtige boerderijen.”
De wereld is de afgelopen tijd kleiner en kleiner geworden voor het echtpaar Oude Hengel. Jan is vergeetachtig, Iet ziet heel slecht, door een bacterie op haar netvlies. Ze vindt het moeilijk dat er zoveel is weggevallen. Af en toe overvalt haar een gevoel van eenzaamheid. ,,Jan en ik hadden dolgraag kinderen willen hebben. Ik ben één keer zwanger geweest, maar na vijf maanden zwangerschap ging dat mis. Daarna is het nooit meer zover gekomen. Dat is het grote verdriet in mijn leven, ook nu nog, nu we oud zijn.
Maar eerlijk is eerlijk, die vele reizen konden we juist maken omdat we vrij waren om te gaan en staan waar we wilden. En Jan en ik hebben elkaar natuurlijk. We hebben altijd alles samen gedaan. Elke avond als we in bed liggen, pakt Jan mijn hand vast en zegt: Och Iet……wat hébben we samen toch mooie reizen gemaakt!”