Op de keukentafel staat het kerststalletje dat haar vader en moeder kochten toen ze gingen trouwen. ,,Een bescheiden stalletje, want m’n ouders hadden geen geld om een complete stal te kopen.”
De kerststal is haar nog steeds dierbaar. Het stond vroeger, toen de kinderen van het gezin nog klein waren en grijpgrage handjes hadden, op een tafeltje. Later pronkte het onder de kerstboom. ,,Ik kan me die tijd rond kerst nog zó goed herinneren. We hadden in de huiskamer een kachel met pijp, die werd gestookt met kolen. Het hele gezin ging er na schooltijd omheen zitten. Behalve mijn vader. Die moest werken. Hij was machinist op het pompstation. Het waren donkere dagen, maar we deden geen lampen aan. Moeder zette het deurtje van de kachel open en de oranje vlammen schenen tegen de zolder aan. En dan zongen we met z’n allen kerstliedjes.”
Riet is de jongste uit een rooms-katholiek gezin met zeven kinderen en werd geboren in Oldenzaal, onder de Drie-eenheidskerk. ,,We gingen elke zondag naar de kerk. En ook elke ochtend voor schooltijd. Om 9.00 uur begon de school, maar om 8.15 uur gingen we eerst naar de mis. De jongens liepen naar rechts, de meisjes naar links. Uiteraard gingen we ook met kerst naar de kerk, om 5 uur ’s ochtends. Prachtig was dat. De klokken luidden, het was stil buiten en er lag heel vaak sneeuw. De kerken zaten uitzonderlijk vol met Kerstmis. Ons gezin huurde twee zitplaatsen in de kerk. De rest moest blijven staan.” Maar de beloning lonkte. Als ze uit de nachtmis kwamen, stond er zelfgemaakte balkenbrij klaar. En ‘worst in de pan’. Ook al was er thuis geen weelde, ze heeft een goede jeugd gehad. Aan de wand in haar appartement in de Zonnestraal hangt een dierbare herinnering, de glimmende trombone van haar vader. ,,Hij speelde in het orkest van muziekvereniging Sint Jozef. Als het kerst was, blies mijn vader op de trombone kerstliedjes en dan zong het hele gezin mee. Stille nacht, heilige nacht….., echt, zodra ik dat lied hoor, dan rollen de tranen over m’n wangen.” Toen alle kinderen één voor één het ouderlijk gezin uitvlogen, bleef zij achter met haar vader. Ze verzorgde hem tot zijn dood.
Ze was al in de 40 toen ze Ben ontmoette en met hem trouwde. In die tijd was Riet cheffin bij bruidsatelier Keizer in Haaksbergen. Ze had inmiddels al heel wat bruidjes gekleed, maar nu mocht ze voor haarzelf een trouwjurk ontwerpen en laten maken. Hij werd prachtig. Een witte jurk met blauwe stipjes erin. Een nieuw leven brak aan. Ze verbouwden het ouderlijk huis van Ben aan de Brinkstraat in Denekamp en zij kreeg naast de woning haar eigen delicatessenzaakje. ,,Ik volgde een kaascursus en een wijncursus en bracht in die tijd de buitenlandse kaasjes de Denekampse huiskamers binnen.”
Rond de kerst was het extra druk in haar winkeltje. Veel mensen kochten nog snel een kaasmand of wat flessen wijn. En als de winkeldeur op slot was, deed ze in huis de open haard aan. Uit de tv klonk kerstmuziek van Duitse zenders. En Ben bakte dan een taart. ,,De tijd met Ben was de mooiste tijd van m’n leven. We hadden een goed huwelijk. Kinderen hadden we niet, maar er kwamen veel kinderen bij ons over de vloer. Het was goed zo. Toen we twaalf jaar getrouwd waren, kreeg Ben kanker. Ik heb hem een jaar lang verzorgd, toen overleed hij.”
Na Bens dood bleef Riet het delicatessenzaakje nog 5 jaar runnen. Daarna vulde ze haar vrije tijd met hobby’s als bowlen en wandelen. “Ik ben blij met wat ik heb. Ik heb nog drie zussen; van 90, 93 en 95 jaar. Met kerst zet ik nog steeds de Duitse zenders aan. Mijn appartement in de Zonnestraal is mooi versierd in kerstsfeer en ik geniet nog steeds van de kerstmuziek. Het worden vast een gezellige dagen.”