Als je kleinkind wordt geboren, dan wil je daar als kersverse oma natuurlijk heen. Zelfs als je daarvoor helemaal naar Brazilië moet. Met wie? Gewoon alleen!
“Dat was toen een hele onderneming. Zeker als je de 60 voorbij bent”, vertelt mevrouw Vreeman , bewoonster van Gudula in Lochem, die aan haar avontuur een heuse piranha overhield.
“Het viel me op hoe arm de mensen daar waren”
Samen met “Wij komen!”, een nationaal hulp(spaar)fonds om geëmigreerde familieleden te herenigen ging mevrouw Vreeman op weg naar Brazilië. Na een lange reis van meer dan 18 uur kwam ze uiteindelijk aan in Castrolanda, een gemeenschap van oorspronkelijk Drentse boeren.
“Mijn zoon werkte daar als onderwijzer. Maar, zoals het in zo’n gemeenschap gaat, ook als deeltijd burgemeester en doodgraver. Het viel me vooral op hoe arm de mensen daar waren. Je zag er veel kinderen met weinig of geen kleren.”
Natuurlijk maakte ze van de gelegenheid gebruik het land te verkennen. “Gewoon de toerist uithangen, souvenirs kopen en veel foto’s maken.” In het fotoboek van mevrouw Vreeman staan prachtige foto’s van de Pinjero’s: reuzebomen die alleen daar groeien. Schitterende watervallen met een touwbrug op duizelingwekkende hoogte met mevrouw Vreeman die erop ‘zweeft’ en geniet van het kletterende natuurgeweld.
“Eenmaal thuis hoorde ik op het nieuws dat deze brug naar beneden is gestort en slachtoffers maakte. Dat maakt het avontuur met terugwerkende kracht nog spannender en gevaarlijker.”
Aan haar reis hield ze een opgezette piranha over. “Deze roofvissen wil je niet tegenkomen. Met hun vlijmscherpe tanden kunnen ze je heel snel tot op het bot afkluiven. Als veehouders met hun kuddes moeten oversteken, sturen ze eerst een zwak dier door het water, zodat ze daarna snel met de kudde kunnen oversteken.” Ook als stilleven in haar kast zijn de tanden indrukwekkend. Als ze morgen weer op reis zou kunnen zou ze zich geen moment bedenken. “Er is nog zoveel te zien. Maar ik zou niet meer alleen gaan!”
Bron: Fit-Art
fotografie: Guido Bogert